Doe de mascarpone in een schaal, en breek de 6 eieren boven de schaal.

Meng het met een garde of mixer door elkaar, totdat je geen klonten meer ziet en er een glad beslag is ontstaan.

Smelt wat boter in een koekenpan en doe een soeplepel beslag in de pan.

Draai de koekenpan rond, zodat het beslag goed verdeeld raak. Zo bak je een dunne pannenkoek.

Als de pannenkoek aan de onderkant bruin begint te worden, kun je de pannenkoek omdraaien. Dit gaat dus sneller als bij normaal beslag.

Maak met de rest van het beslag meerdere pannenkoeken.