-
Maak van de bloem, de eieren, en de melk een glad beslag. Naar smaak kun je nog zout toevoegen.
-
In een kleine koekenpan verhit je wat boter, en doet er beslag in om een dunne pannenkoek van te maken.
-
Bak het flensje niet te bruin, en leg het op een bord.
-
Zo bak je van het beslag nog 3 flensjes, die je 3 andere borden legt. Dek de borden af met vershoudfolie.
-
De slagroom stijf kloppen met 50 gram suiker.
-
In een kom de ricotta los maken, en de zeste toe voegen.
-
Spatel de slagroom door de ricotta, en zet het in de koelkast om op te stijven. Dit duurt ongeveer 2 uur.
-
Doe het fruit met een eetlepel water in een steelpan, en voeg een eetlepel suiker toe.
-
Verwarmen, maar niet laten koken. Regelmatig roeren, zodat het niet kan aanbranden.
-
Rol de flensjes op, maar zodanig dat er in het midden nog ruimte is.
-
Het ricotta-slagroommengsel doe je in een spuitzak, en spuit je in de flensjes.
-
Verdeel het warme fruit over en naast de flensjes.